Oftewel "Alles of niets voor de Tréwes - 1"
Amsterdam, big city, één dag in het jaar het strijdtoneel voor sloeproeiend Nederland want dan komen de landelijke teams van heinde en verre om de Amsterdamse grachtengordel haar jaarlijkse doorsmeerbeurt te geven. Onder de ruim 145 ploegen die dit jaar meededen waren drie van onze vereniging.
Na enigszins te zijn bekomen van de blamikaroni uit Alkmaar (het roeien aldaar maakte minder indruk geloof ik) werd in de week voorafgaand aan de monsterrace in a’dam een nauwgezet trainings- en voedingsschema opgezet waardoor onze spieren op de vrijdag voorafgaand aan de race aanvoelden als de op springen staande edele delen van een benedictijnse monnik na 10 jaar gedwongen celibaat. M.a.w. alles moest en zou tot ontlading komen op deze zonnige zaterdag in oktober…..
Helaas was onze ‘nieuwe’ roeier Jeen te gespannen voor dit festijn om zijn monsterkrachten te kunnen leveren, daarom moest op het laatste moment nog een beroep gedaan worden op de beste ‘appel’van het stel: A.G. Onze meest “stoïcijnse roeier in spijkerbroek” welke al jarenlang een warm voorstander is om van de Tréwes -1 nu toch écht eens een recreatieteam te maken werd – net als in Rotterdam – ingezet als invaller. Dit was een tegenvaller voor AG en een meevaller voor het team, verder bestaande uit “it snot foar de eagen” Arjen en “dóóórlosss” Camiel op slag, midscheeps nestor Teije samen met spelverdeler Jelle, vervolgens Melis “de sloper” en “honeymoonman” RJ en op boeg “bold is beautifull” Lammert dus met onze oogappel A.G.
Uiteraard aan het helmhout Tjerk, welke zoals altijd kort maar bondig de wedstrijdtactiek samenvatte in één zin: ‘en no sille hjimme hjoed blikstiender dizze wedstriid ris in kear winne” Tot op heden waren we nl.nog niet verder gekomen dan een derde plaats.
Het lossen van de sloepen verliep vlotjes op de Javakade door de machinisten van de koninklijke Saan, in een zucht en een scheet werden we vervolgens door de GVB (n.b. dit is géén vloek!) overgezet naar het Oosterdok waar de eerste sloepen al werden gestart. Na rustig nog een paar bammetjes, koffie en ander gerief naar binnen gelepeld te hebben maakten we ons tegen twaalf uur zo’n beetje op voor de start welke om 12:35 was voorzien voor ons team.
Na wat verbaal met onze spierballen te hebben geschermd over en weer naar andere ploegen werd het allengs wat stiller in de boot, ieder van ons maakte zich op zijn manier gereed voor de komende uren strijd welke was voorzien op het amsterdamse grachtenwater.
Deze wedstrijd is mede door zijn lengte en vele brugpassages een ware aanslag op het gestel van de roeiers en de man of vrouw aan het helmhout. Affijn, om 12:35 klonk dan toch daar het startschot en tezamen met twee whalers t.w. de Last of Titanic uit Rotterdam en de Twister uit Zwartsluis. Met hen konden we het eerste uur ons hart en riem flink ophalen want er ontspon zich een zeer boeiende strijd tussen onze drie teams die uiteindelijk bij het naderen van het olympisch stadion definitief in ons voordeel werd geslecht. Voordat we echter zover waren hadden we al een riem en meerdere zweetdruppels verloren. De riem kon het bij een iets te ruime bocht niet winnen van een dukdalf. Helaas voor gastroeier A.G. was er nog enig reserve materiaal aan boord wat rap werd ingewisseld voor de overgebleven tandenstoker. En verder ging het weer, een flink aantal ‘tweetjes’, skiffeurs en ‘viertjes’ in verbijstering achterlatend op de Amstel, “wat een geweld en dan ook nog zo’n techniek! Want daar komt het wel op aan, de gelijkheid van de haal, vanaf het moment dat de riem het water verlaat tot hij er weer in wordt ‘vast’gezet….
Het hele godganse traject meent elke roeier aan boord van de Trewes -1 opeens het ‘licht’ te hebben gezien en dat te moeten verkondigen door op luide toon aan te geven wanneer de riem erin moet en hij weer moet worden ‘los’gelaten, dan wel dat er moet worden ‘HINGJE’ of meer van die ongein. Onderwijl klinkt het mantra van Tjerk als een constante metronoom door: “SECHSTJIN, SANTJIN, ACHTTJIN …”
Nadat de helft bij het Olympisch Stadion was gepasseerd –zou sloeproeien ooit nog eens een olympisch onderdeel worden??? – konden we ons gaan opmaken voor de geestdodende Kostverlorenvaart. Dit enorme lange saaie eind doet altijd een enorme aanslag op je geest, omdat ook nog een of andere randdebiel meende met zijn speedbootje het geheel van golven te moeten voorzien werd het weer een ware slijtageslag. Toch bereikten we uiteindelijk via de Hugo de Groot gracht het hart van Amsterdam.
Overigens hadden we weinig tot geen last van sloepen voor/achter ons. De brandweer uit Grönning gingen op een zeer sportieve manier voor ons aan de kant, mannen bedankt, de brandweer uit Rotterdam was echter op weg naar een spuitklus en lieten niet genoeg ruimte over om ons te laten passeren. Derhalve werden ze enigszins door onze sloep ‘genomen’ waarna ze, als dank voor dit verzetje tussendoor, tegen een bruggenhoofd belandden… Dit verdiende geen schoonheidsprijs voor beide ploegen, toch konden beide sloepen, zonder schade, de Singelgracht oproeien.
Het lastige van een wedstrijdverslag schrijven is dat je herinnering je op zo’n moment vaak in de steek laat. De laatste 45 minuten is meestal een waas van geluid, beelden, pijn en hallucinaties waar je je eenmaal achter je laptop niet al te veel zinnigs meer weet uit te reconstrueren. Volgens mij zijn we het geheel vrij goed zonder al te veel problemen doorgekomen. Er is ook geen waterfiets gespleten dan wel een rondvaartboot op een nieuwe ligplek getrakteerd. Toeristen en fans op de kant zullen zeker ook aan hun trekken zijn gekomen en woonarkbewoners hebben ook de meerwaarde van hun onderkomen kunnen ondervinden. Als je dan na ruim 2:40 weer uit die caleidoscopische tunnel van fysieke en geestelijke inspanning komt geroeid, en je volledig kapot en leeg bij het oosterdok over de finish glijdt, zal het je ook allemaal worst wezen, je weet van voren toch niet meer dat je van achteren leeft….. Dit besef krijg je pas later die avond dan wel een paar dagen later terug als je lichaam tracht weer wat samenhang in het geheel der ledematen te brengen.
Genoeg gezwetst nu, na een paar biertjes en weer op te zijn gewarmd in de behaaglijke herfstzon (waar waren die douches toch?) lieten we de boel de boel en pakten we het boeltje en het sloepje maar weer op om huiswaarts te keren. De organisatie had een perfecte race geregeld, alleen de uitslag liet ons wat te lang op zich wachten, daarom hebben we ons in zijn geheel afgemeld (voor het geval we heeeeel misschien toch wel stiekem een prijsje hadden weten te bemachtigen..) Die uitslag kregen we s’avonds door van Marcel (STC) en die loog er niet om: we waren eerste geworden!!!
De dames waren tweede, achter de Bartix uit Harlingen, en de jeugdige honden van de Trewes 2 waren 13-e. Verschillende rekenscenario’s geven momenteel aan dat het er naar uitziet dat we onze NK titel weer hebben weten terug te bemachtigen, hier is echter nog niet het laatste over gezegd. De dames zouden voor een unicum kunnen zorgen als ze over 4 weken in Muiden vóór de dames van Terschelling weten te eindigen. In dát geval hebben we beiden de NK titel behaald. We zullen het zien!
Na s’avonds bij Roel in Aldeboarn nog een heerlijke biefstuk in het nodige bier te hebben verdronken was bij de meesten de koek toen wel op.
CH