Previous Next

Roeisloepenrace Grou 2019

Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief
 

DONDERDAG 16 MEI 2019
Eigenlijk zou de Fjoer Fûgel zelf mee zou doen aan de roei race Grouw, maar door een sterfgeval en de daarbij horende begrafenis, kon er geen compleet team gemaakt worden voor de groengele vogel.

Om toch de benodigde trainingskilometers te maken, omdat de oppas al geregeld is en de race in Grou ook gewoon leuk is, (dat is vooral en eigenlijk alleen achteraf altijd de conclusie) besloten de Fûgels van bankje 3 zich als invaller beschikbaar te stellen. Zo gebeurde het dat Anton op stuurboord in de sloep Okke neerstreek en ik op bakboord in de Tréwes 1 belandde. Tussen de aanmelding op facebook en de eerst tag door teamgenoot Tjebbe zat welgeteld 1 kwartier. Tussen mijn daadwerkelijke toezegging aan het team zat een iets langere bedenktijd. Het is tenslotte wel de Tréwes 1 met daarin niet mis te verstane potige mannen die hun hand niet omdraaien voor enig lichamelijk zwaar werk. Zelfs bijna 25 jaar roei-ervaring zou dan misschien niet genoeg zijn? Met deze gedachte in het achterhoofd beantwoord ik de vraag van stuurman Remko of ik bij de Tréwes 1 zou willen invallen. “Ik zou wel bij jullie kunnen invallen, maar ik begrijp het ook, dat als er een geschikter iemand zich meld, jullie deze liever mee hebben”! Volgens Remko was dat niet aan de orde en zou ik prima tussen die andere “halven” passen. Ik vraag me eigenlijk nog steeds af of dit nu iets over mij zegt of toch meer een reflectie is van de kennis van zijn team.

Hoe dan ook vol goede moed een beetje bezorgd over of de sloep inderdaad zo groot is, als in mijn gedachten, scharrel ik zo'n beetje na de koffie richting Grou. Na het parkeren van de auto zoek ik de sloep op. Ik weet dat deze blauw is en dat er een aantal pompeblêden op staan, dus hoe moeilijk kan het zijn in een veld van 80 sloepen. Gelukkig ligt de vloot uit Aldeboarn lekker dicht bij elkaar en lekker dicht bij het toilet en de koffie. Prima plekje en snel gevonden dus. Nu nog even kijken wie van de 600 roeiers Remko is en instappen maar. Remko meld zich gelukkig bij mij, en vertelt me dat ik op boeg mag plaats nemen. Boegschroef en windvanger dus! Naast mij zit Lieuwe Bauke. Hij helpt me met het verstellen van het wel zeer ingenieuze systeem voor het voetenbankje. Bankje goed, slangetje goed soort van blauw shirt aan, lange broek uit (want dan blijft die tenminste droog) en tot mijn schrik ontdekken dat we allang los van de kade zijn. Snel druk ik mijn tas dicht en hijs ik de veel zwaardere riem dan wat ik gewend ben in het water. Pfff. oh jee, hmmm, dusss,…..klein stukje inroeien misschien?

De riem is zwaar mijn zithouding in deze sloep is wel echt heel anders dan in de FjoerFûgel, maar na een kwartiertje heen en weer peddelen geloof ik, dat ik de zaak een beetje onder controle heb. Kom maar op met die start. We hebben startnummer 47 en mogen om 12:45 samen met de sloep Bacchus starten.

De speaker op de kade is vol enthousiasme en weet zowel de naam van de sloep, als haar thuishaven goed uit te spreken. Hij telt vanaf de laatste 5 seconden mee. Ik bedenk nog vlug dat er niet gesproken is over een eventuele startprocedure in deze sloep en dus moet ik goed opletten op de mannen op slag. Bij het klinken van het statschot, zijn al mijn gedachten weg en ben ik volledig ingenomen door het precies op slag zijn en blijven. Ik schat in dat we ongeveer 34 slagen per minuut roeien. Vergeleken met ons tempo van minimaal 38 slagen, is dit een aangenaam tempo. Ik kan het, denk ik, wel redelijk volgen. Meteen nadat we uit de luwte van Grou zijn en op het Pikmeer roeien, begint de stuurman Remko het team te coachen. Met de kreet “Pik-losss” telt hij de slagen. Ik moet even wennen aan deze manier van tellen en zou er heel puberaal iets over kunnen zeggen, maar als invaller en enige vrouw in een mannen team, is dit wellicht niet verstandig. Bovendien bedenk me net op tijd dat we gewoon op het Pikmeer roeien en dat dit dus eigenlijk best wel goed gevonden is. Later blijkt dat we de overige 15 kilometer ook op het Pikmeer roeien, want behalve een enkele keer “in-uit”, verandert er vrij weinig aan de manier van tellen. Het tellen is overigens wel erg effectief, want zodra er een stilte valt, vervalt de slag ook. Het team luistert dus goed naar de stuur. Na het ronden van de eerste boei, krijgen we de wind vol op de boeg. De slag wordt iets korter, maar tot mijn genoegen lukt het me om de slag vast te houden en de riem goed tegen de wind in te slaan. Het is nog ongeveer 500 meter tot de volgende boei waarna we de via de eerste sluis en kort stukje vaart, de Wide Ie bereiken. Vlak voor het sluisje geeft de stuur opdracht. Bakboord strijkt en stuurboord roeit door. Gelukkig had ik tijdens inroeien al door dat er bij mannen toch duidelijk een andere betekenis voor strijken is, dan bij vrouwen, want in de Tréwes 1, is strijken een ander woord voor riemen langszij en dus even niets doen. Na het strijken in de sluis, brult slag dat de boeg begint met roeien zodra dat kan. Dat is bij ons in de Fjoer Fûgel gelukkig precies hetzelfde, met dat verschil dat ik dus eigenlijk nooit in de boeg zit en dus even goed moet opletten. Met een brul geef ik mijn eerste slag aan en alsof we het al jaren doen, valt de rest van het team bij en knallen we verder. Na het over roeien van de Wide Ie, komen we in de smallere wateren en halen we net voor het volgende sluisje de eerste sloep in. De slag zit er nog lekker in en we halen zo af en toe een sloep in. Bij het inhalen van een sloep uit Utrecht betrap ik mezelf erop dat ik even al hun riemen naloop in de hoop dat er in plaats van een rood-witte riem een groen gele riem tussen zit. ( De in Utrecht verloren riem van de Fjoer Fûgel die nog altijd niet boven water is) Helaas is het alleen rood wit wat de klok staat en dus kunnen we met een rotgang deze sloep voorbij. Op naar de volgende. Weer volgt er een sluisje en weer knallen we als volleerd team zonder opstopping of gedoe de sluis en de mensen aan de kant voorbij. We naderen de brug ( zo ongeveer op de helft van het traject) en achter me zie ik de heren in de Skomskower aankomen. Naast elkaar onder de brug door gaat niet passen en dus zetten we even aan om “noflik” onder de brug door te kunnen glijden. We kunnen met beide boorden blijven roeien en even wordt de afstand tussen die lui uit Oudega en ons groter. Na de brug hebben we opnieuw vol tegenwind. De slag wordt iets korter, maar is nog altijd prima te volgen. De afstand tussen ons en de Skomskower wordt helaas ook steeds korter en al snel ligt de sloep naast ons. Het is druk in de vaart en om te kunnen inhalen wordt er het nodige van stuurman Remko gevraagd. Hij houdt koers terwijl we alweer een sloep inhalen. De Skomskower, die nog altijd naast ons ligt, moet inhouden om niet op een voorganger te botsen. Wij kunnen ongestoord doorroeien en daarmee komt de Skomskower weer op een kleine achterstand. We roeien door tot de volgende boei waar we de sloep Spiltcase tegen de “kont” lopen. Liefst zou Remko de Tréwes tussen deze sloep en de boei zetten, maar dat is tegen de regels. Bovendien hangt de Splitcase al half in de bocht. Buitenom inhalen kost teveel tijd en moeite en dus zit er niets anders op dan een paar slagen inhouden, de sloep voor ons een tikkie vooruit helpen en direct na de boei de snelheid weer op te pakken. De stuurman van de Skomskower ziet het gebeuren en duikt ( hij heeft nu wel de ruimte) in het gat wat is ontstaan bij het ronden van de boei. Binnendoor en zonder verlies van snelheid vliegt de sloep die eigenlijk maar net naast ons kon blijven er van door. Naast me klinkt een klein vloekwoordje, en ik ben het er volkomen mee eens. Jammer, maar we gaan door. Op naar de volgende sloep. Vanaf het slagbankje klinkt in koor met Remko het “pik-losssss” mantra en af en toe vang ik een vlaag van iets op wat over “Hendruk neemt de benen” gaat. Op boeg met de wind in je oren is niet alles altijd even duidelijk te verstaan. Geen idee wie Hendruk is overigens. Ondertussen houd ik druk op mijn riem en zet ik af vanuit mijn benen. Zo doe ik dat al jaren en volgens mij helpt het. Wat ik ook al jaren doe, maar in deze sloep niet handig is, is ver voorover duiken als ik moe wordt. Rutger die voor me zit op bankje 3 zal vast gevoeld hebben hoe moe ik op dit moment ben, want iedere tiende slag raak ik zijn rug. “Sorry”( voor de zoveelste keer.)

We zijn nu ruim over de helft van de route en roeien nu vanuit de Geau via de Prinsenhof gaan we door naar de Folkertsleat. Bekend terrein volgens de heren op slag. Ook mij komt het niet onbekend voor, maar dan vooral omdat ik op dit stuk van de race altijd flink” myn nocht ha fan it gepeddel”.

Opgeven is geen optie. ( Dat zou Hendruk ook niet doen) en dus neem ik nog een slokje, peuzel ik nog een hapje van mijn niet meer zo verse koek, strek mijn rug twee slagen en duik ik, net niet te ver, weer in de slag. Het einde van de Folkertsleat nadert, we maken een bakboord draai en komen in de luwte van de bomen en struiken van de Rengerspole. Vanaf hier is het nog 5 kilometer. Camiel en Jeen weten dat het nog een half uurtje roeien is. Op naar Trijehus. Ik ga liever meteen naar huis, maar volgens de kenners is het niet zo ver meer. “Trijehus” is bij nader inzien eigenlijk meer “geen hus” en het half uur roeien is eigenlijk bij nader inzien nog vrij lang. Gelukkig passeren we ook dit punt zonder dat er enig oponthoud is. Eigenlijk is er, behalve heel ver achter ons die andere blauwe sloep met pompeblêden niets wat ons nog kan inhalen. Het “nog een half uur” is “nog twintig minuten” geworden. We zitten nu op het Prinses Margriet kanaal. Ik weet uit ervaring dat het laatste stuk langer is dan je zou denken en willen en vanaf slag wordt dit bevestigd met de mededeling dat het nog twintig minuten roeien is. Dat was het 25 minuten daarvoor ook en dus besluit ik niet langer in termen van tijd of minuten te denken. Tijd is zo relatief. We hebben een andere uitdaging nodig en die vinden we in het voor willen blijven van “die andere blauwe sloep met dezelfde naam, maar dan met nummer 2. “ De uitdaging wordt met beide handen aangegrepen en als herboren vinden we de slag terug. We verlaten het pm kanaal en komen terug in de bewoonde vakantiehuisjes wereld. Op de steiger zie ik een mevrouw stevig doorstappen om ons bij te houden, maar na honderd meter verliest ook zij het van ons. Nee, wij roeien duidelijk geen wandeltempo en ja we zijn op een missie om dat andere pompebled voor te blijven. En zo te zien gaat ons dat lukken. We passeren de laatste brug. Nog half onder de brug zie ik dat we aan bakboord weer kunnen roeien en dus geef ik weer een brul en valt bakboord bij. Nog 200 meter rechtdoor dan de bocht en dan de laatste 100 meter tot aan de finish. Bang dat ik mijn eigen slag ga roeien, concentreer ik me op de riem van Camiel. Gelijk in gelijk uit en doorrrr. Op naar de laatste boei, op naar de finish. Met een klein vreugdesprongetje keert de Tréwes 1 om de laatste boei. Ik hoor de speaker en het eindsignaal. Nog 100 meter van “Pik-Losssssssss” en we zijn er. Nog 50 meter en de eindsprint wordt ingezet. Sorry, Rutger ik laat me helemaal gaan en vergeet bijna in slag te blijven. Met nog 10 meter te gaan en de slag weer netjes gooien we alles in de strijd en na 10 slagen glijden we moe maar voldaan en ( ver) voor de Tréwes 2 over de eindstreep. Missie volbracht. Na de finish peddelen we een klein stukje door en zoeken we een mooi plekje op om de finish van de Tréwes 2 te kunnen aanschouwen. Daarna leggen we de sloep tegen de kade en tovert Lieuwe-Bauke een voorraad gebak tevoorschijn om zijn verjaardag te vieren. Nog van harte! Nadat ik mijn bank maatje Anton geheel volgens afspraak later dan mij, heb zien binnen komen, verlaat ik de sloep om me even op te frissen en even bij te kletsen met mijn roei vriendin van het eerste uur, Gerda. De tijd vliegt voorbij. 20 minuten lijken wel 10 en een half uur lijkt slechts 20 minuten. Voordat ik het weet is het tijd om naar huis te gaan. Ik moet helaas de prijsuitreiking missen en heb ook de potige mannen van de Tréwes 1 niet allemaal kunnen bedanken, dus bij deze; Remko, Jeen, Camiel, Robert, Rutger Sjoerd, Bert en Lieuwe-Bauke hartelijk dank voor weer een roei-ervaring in een andere sloep. En hartelijk dank voor het vertrouwen dat jullie in mij gesteld hebben. Ik heb genoten.

Geeske Roorda-Bootsma

Overzicht nieuws & verslagen

Sloeproeivereninging Tréwes
ADRES:
Harmen van Meekeren
Easterboarn 5
8495 NB Aldeboarn
Email: bestuur@trewes.nl

Privacy verklaring